Rol van FG bij DPIA’s meer adviserend

Het Centrum Informatiebeveiliging en Privacybescherming (CIP) heeft onderzoek gedaan naar de invulling van de rol van de Functionaris Gegevensbescherming (FG) binnen de Nederlandse overheid. In de enquête is ook gevraagd naar de betrokkenheid van de FG bij DPIA’s.

Het CIP is van, voor en door overheidsorganisaties. In 2018 - vlak na de intrede van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) - heeft het CIP voor het eerst onderzoek gedaan naar de invulling van de rol van FG binnen de Nederlandse overheid. Hoe heeft de verdere invulling van deze rol zich de afgelopen vier jaar ontwikkeld? Begin 2022 heeft het CIP wederom een vragenlijst uitgezet bij de FG’s en andere privacy-eindverantwoordelijken binnen de centrale en decentrale overheden en andere publieke organisaties.

Hoe is het thans gesteld met de betrokkenheid van de FG bij DPIA’s?

Inmiddels is 87% van de FG’s betrokken bij DPIA’s, een kleine stijging ten opzichte van de 83% in de vorige enquête.

De rol van de FG bij DPIA’s is meer adviserend geworden. Zowel gevraagd als ongevraagd advies dat de FG’s in deze context geven zijn met een aantal procentpunten toegenomen. Ook is de FG meer betrokken bij de formele besluitvorming omtrent de uitvoering van DPIA’s dan voorheen: van 13% naar 18%. De betrokkenheid bij inhoud en opzet is daarentegen stevig gedaald van 25% naar 10%.

Het initiatief voor een DPIA ligt in de meeste gevallen bij de FG, die toeziet op de uitvoering van de DPIA door de Privacy Officer (uitvoerend verantwoordelijke). Afhankelijk van de omvang van de DPIA wordt deze door en/of met behulp van externe capaciteit uitgevoerd.

Het beeld dat ontstaat over het functioneren van de FG’s binnen de publieke sector is verder niet zo eenduidig

Van alle respondenten van deze CIP FG-Enquête 2022 geeft 82% aan een (sterke) verbetering te kunnen vaststellen in de beleving van hun positie in de organisatie. In aanzienlijk meer situaties hebben FG’s nu meer tijd voor hun werk en doen dat met meer vak-volwassenheid. De functie wordt steeds serieuzer genomen door organisaties. FG’s vinden hun bestuurders goed bereikbaar en de toezichthoudende focus van de FG’s is gegroeid. Dat zijn positieve signalen.

Daar tegenover staat dat bijna de helft van hen nog als deeltijd-FG werkt, onvoldoende beschikbare tijd voor de functie-uitvoering zegt te hebben en toegenomen frictie ervaart met andere rollen. Hun budget en teamomvang zijn geslonken, het verwerkingsregister is niet beter op orde, en het gedrag op de werkvloer is moeilijker te beïnvloeden. Ook zijn FG’s minder positief over het privacy-bewustzijn van hun bestuurders.

Download hier het rapport van het CIP

 

Naar het overzicht