DPIA bij gebruik van inpandige foto’s bij uitvoering Wet WOZ
Bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) vragen gemeenten aan inwoners soms om informatie over de inpandige situatie van een woning. Het aanleveren van die informatie kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het gebruik van een inlichtingenformulier of via foto’s. De keuze is aan de inwoner. Als die kiest voor het maken van foto’s, dan worden deze foto’s veelal gemaakt via een foto-app die daar speciaal door de gemeente voor is ontwikkeld.
Eind 2022 ontstonden er vragen over het gebruik van zo’n foto-app. De landelijke media besteedden er veel aandacht aan en een aantal gemeenten stopte met het gebruik van de foto-app.
In november 2023 is er een gesprek geweest tussen de Autoriteit Persoonsgegevens, de Waarderingskamer (de toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (de belangenvereniging van gemeenten) over het inwinnen van informatie ten behoeve van de WOZ-waardebepaling door gemeenten door middel van foto’s.
In dat gesprek is toegelicht dat secundaire objectkenmerken, zoals bijvoorbeeld de onderhoudstoestand van de binnenzijde van een woning, relevant zijn voor de hoogte van de WOZ-waarde. Ook is toegelicht dat bij inpandige foto’s het gemeenten uitdrukkelijk niet te doen is om persoonsgegevens en dat het de inwoners niet worden verplicht om door middel van foto’s informatie aan te leveren. Tot slot is toegelicht dat in de fiscale wetgeving een wettelijke grondslag bestaat voor het opvragen van gegevens die van belang kunnen zijn voor het vaststellen van de WOZ-waarde.
De uitkomst van het gesprek met de Autoriteit Persoonsgegevens is dat het ontvangen van informatie over de secundaire woningkenmerken via foto’s in het kader van de WOZ-waardering mogelijk is onder de volgende voorwaarden:
- Wanneer inwoners de mogelijkheid wordt geboden om via foto’s informatie te verstrekken over de secundaire objectkenmerken, dient een Data protection impact assessment (DPIA) te worden opgesteld. Dat is een instrument om vooraf de privacyrisico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen, zodat de organisatie maatregelen kan nemen om deze risico’s te verkleinen. Iedere gemeente/uitvoeringsorganisatie die de optie van het aanleveren van foto’s aanbiedt moet deze DPIA uitvoeren. De VNG heeft een voorbeeld van zo’n DPIA gemaakt. Uitvoeringsorganisaties van de Wet WOZ kunnen dit voorbeeld als basis gebruiken. Ga naar de voorbeeld DPIA
- Inwoners mogen niet verplicht worden om de informatie over de secundaire objectkenmerken aan te leveren via foto’s. Ook mag de gemeente/uitvoeringsorganisatie geen voorkeur aangeven voor de wijze van aanleveren van de informatie over de secundaire objectkenmerken.
De Autoriteit Persoonsgegevens adviseerde verder om een landelijk uniforme instructie op te stellen voor het gebruik van foto’s. Dit om te voorkomen dat privacygevoelige informatie onbedoeld toch in de WOZ-administratie terechtkomt. De Waarderingskamer heeft die landelijk uniforme instructie opgesteld. Daarover heeft de Waarderingskamer bericht in haar Nieuwsbrief van 28 november 2023. Die vindt u hier.
Bron: WOZ-datacenter